Home

Algemeen

De begroting 2022 bevat de voorgenomen doelen en te realiseren resultaten voor 2022. De basis voor de begroting is de meerjarenraming aangevuld met de bestedingsvoorstellen zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2021 en de uitkomst van de meicirculaire gemeentefonds. We zijn erin geslaagd om een sluitende begroting voor 2022 en de jaren daarna voor te leggen.
Het financieel perspectief voor de komende vier jaren is gunstig. Mede door de compensatie die  het Rijk voor 2021 en 2022 nog beschikbaar gaat stellen in september, wordt dit perspectief nog een stuk beter. Hierdoor worden gemeenten eindelijk in voldoende mate gecompenseerd voor de alsmaar gestegen kosten binnen het sociaal domein de afgelopen jaren en dan met name op het gebied van de jeugdzorg. Een nieuw kabinet zal duidelijkheid moeten geven over de structurele aard hiervan. De aanvullende middelen voor jeugd voor 2022 zijn niet verwerkt in deze begroting; definitieve verdeling vindt plaats in de septembercirculaire gekoppeld aan de Rijksbegroting en zal worden opgenomen in de tweede bestuursrapportage.
Daarnaast pakt de beoogde herverdeling gemeentefonds gunstig uit voor Heusden al moet ook daarover nog definitief besloten worden. Als dit algehele gunstige vooruitzicht werkelijkheid wordt is er ruimte om, bestaande en eventuele nieuwe, ambities te verwezenlijken. Die afweging laten we graag aan een nieuwe raad.

Resultaat

De voorjaarsnota 2021 is het vertrekpunt voor de samenstelling van deze begroting. In de voorjaarsnota is het beeld geschetst van de financiële positie in meerjarig perspectief. Een belangrijk financieel aspect, de vertaling van de meicirculaire gemeentefonds, kon nog niet in de voorjaarsnota worden meegenomen en is nu verwerkt. Hierover bent u naderhand geïnformeerd voor de raadsvergadering van 7 juli. Dit zorgde voor een positief effect.
Het totale begrotingsbeeld is tussen de voorjaarsnota en de nu voorliggende begroting als volgt gewijzigd:

(+ = voordeel en – = nadeel)                (bedragen x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

Saldi voorjaarsnota

30

-439

32

515

Uitkomst meicirculaire gemeentefonds

961

444

163

157

Saldi na meicirculaire

991

5

195

672

Eindsaldi meerjarenbegroting

520

285

170

545

Verschil begroting –         voorjaarsnota na meicirculaire

-471

280

-25

-127

Hieronder volgen de belangrijkste verschillen tussen de begroting en de voorjaarsnota voor 2022. Vervolgens worden de verschillen kort toegelicht.

Verschillen begroting 2022 en voorjaarsnota 2021                      (incl. meicirculaire gemeentefonds) (x € 1.000)

voordeel

nadeel

Sociaal domein

273

Lagere rentekosten leningen

213

Algemene uitkering gemeentefonds

188

Bijzondere bijstand

300

Salarissen raad/college/organisatie

242

Aanpassing interne rekenrente van 1,0 naar 0,8%

193

Informatievoorziening en automatisering

150

Ureninzet bouwgrond/kredieten vs exploitatie

130

Vuelta 2022

43

Overige verschillen per saldo

87

Totaal      

674

1.145

Per saldo nadeliger

471

Sociaal domein

In de voorjaarsnota schreven we dat op basis van de toen bekende inzichten er geen aanleiding was om een bijstelling te doen voor het sociaal domein voor 2022.

Op basis van de laatste realisaties en prognoses zijn de kosten voor Hulp bij Huishouden en Jeugd wel naar boven bijgesteld. Voor een deel wordt deze stijging gecompenseerd door de loon/prijscompensatie zoals gelabeld uit de algemene uitkering gemeentefonds zoals opgenomen in de meicirculaire. Het per saldo positieve effect ontstaat door de lagere bijdrage aan Baanbrekers zoals opgenomen in het raadsvoorstel van 18 mei 2021 op basis van hun ontwerpbegroting 2022.

Lagere rentekosten leningen

Er ontstaat een structureel voordeel doordat er nog geen leningen afgesloten zijn in 2021 en waarschijnlijk ook niet afgesloten gaan worden. Dit zorgt voor een lagere rentelast dan voorzien in de begroting 2021 en meerjarenraming. Daarnaast wordt in 2022 uitgegaan van een te betalen rentepercentage van 0,5% waar in de oorspronkelijke meerjarenraming voor dat jaar uitgegaan werd van 1%.

Algemene uitkering gemeentefonds

Op basis van de septembercirculaire 2020 hadden we voor 2022 e.v. een voorzichtigheidshalve een stelpost opgenomen van € 188.000. Dit was gebaseerd op het feit dat voor de afgelopen kabinetsperiode de accresstanden voor alle jaren tot en met 2021 bevroren waren om gemeenten meer zekerheid te geven over de hoogte van de algemene uitkering. Intussen daalde de index van de prijsmutatie BBP wèl. Omdat wij de algemene uitkering ramen tegen constante prijzen, zou het weer ‘aanzetten’ van de normeringsmethodiek resulteren in een lager accres als gevolg van lagere inflatie. Gemeenten die tegen constante prijzen ramen werd daarom geadviseerd om dat ‘voordeel’ in hun jaren na 2021 te corrigeren met een stelpost. Dit advies hebben wij toen overgenomen. Ook vanuit de gedachte dat het er toen nog naar uitzag dat de herverdeling ook ongunstig uit zou pakken voor de ‘kleine’ gemeenten. Op basis van de huidige inzichten en de positieve uitkomst van het nu voorliggende voorstel tot herverdeling, laten we deze stelpost weer vervallen.

Bijzondere bijstand

In de voorjaarsnota hebben we aangegeven dat we bij de begroting zouden bezien of de hogere kosten voor de bijzondere bijstand die voor 2021 in de eerste bestuursrapportage voor 2021 zijn opgenomen, ook voor 2022 e.v. moeten worden opgehoogd. Omdat de verwachting is dat de kosten voor statushouders en bewindvoering voorlopig niet gaan dalen, hebben we in deze begroting structureel € 300.000 opgenomen in lijn met de bijstelling in de eerste bestuursrapportage 2021.

Salarissen

Ten opzichte van de bedragen zoals opgenomen in de oorspronkelijke meerjarenraming ontstaat een nadeel door de meest recente circulaire voor vergoedingen voor raads- en collegeleden. Er is nog geen nieuwe cao gemeenten; deze liep af op 1-1-2021. In de begroting vorig jaar is reeds rekening gehouden met een verhoging. Wel is er een stijging in de sociale lasten en pensioenpremies. Tot slot stijgen de kosten door de uitbreiding met een tweetal raadsleden na de verkiezingen van maart 2022.

Aanpassing interne rekenrente

Op basis van de begrotingsvoorschriften mag de doorberekende rente (ook wel omslagrente of interne rekenrente genoemd) maximaal 0,5% afwijken van het werkelijke rentepercentage dat voor de aangetrokken leningen wordt betaald. Gelet op de aanhoudende lage rentestanden hebben we daarom dit rentepercentage verlaagd van 1 naar 0,8% voor 2022. De aanpassing van de interne rekenrente van 1% naar 0,8% zorgt per saldo voor een nadelig effect op het begrotingssaldo van € 193.000

Informatievoorziening en automatisering

De kosten voor contracten en licenties stijgen. Daarnaast is door de gewijzigde BBV-regelgeving hoe om te gaan met aan te schaffen software die niet in eigendom komt (zgn. SAAS applicaties), het niet langer mogelijk om deze te activeren en in meerdere jaren af te schrijven. Hierdoor komen deze kosten ineens ten laste van de exploitatie. Meerjarig zorgt dit niet voor meer of minder kosten (m.u.v. een kleine rentecomponent) maar zorgt in een enkele jaarschijf wel tot een nadeel in 2022.

Ureninzet bouwgrond/kredieten vs exploitatie

Afhankelijk van de fases en beschikbare projecten en lopende grondexploitaties, worden medewerkers ingezet. Deze uren worden toegerekend aan de betreffende complexen/kredieten en drukken dan niet op de reguliere exploitatie. Elk jaar bij de begroting wordt een urenplanning gemaakt voor het komende jaar over de verwachte inzet en verdeling over de exploitatie enerzijds en de bouwgrond/kredieten anderzijds. Voor 2022 worden t.o.v. 2021 minder uren ingezet op de laatste waardoor er meer uren drukken op de reguliere exploitatie. Dit leidt tot een nadeel van € 130.000.

Vuelta 2022

In mei 2021 is bekend gemaakt dat de eerste drie etappes van de Vuelta in 2022 alsnog in Nederland gereden zullen worden zoals oorspronkelijk in 2020 al de bedoeling was. Tijdens de tweede etappe van het wielerevenement, zal over het grondgebied van onze gemeente worden gekoerst. De Vuelta is een aansprekend wielerevenement van wereldfaam. Een doorkomst op Heusdens grondgebied spreekt dan ook ongetwijfeld veel mensen in onze gemeente en de regio aan. De gemeente participeert in de ’La Vuelta Holanda 22’-organisatie en wil deze doorkomst over haar grondgebied graag mogelijk maken. De totale kosten voor de doorkomst van de tweede etappe over Heusdens grondgebied worden geschat op  € 43.000. Het betreft kosten voor het voorbereiden en uitvoeren van verkeersmaatregelen waaronder het maken van een plan, tekeningen en het plaatsen van bebording, het wegnemen van verkeersobstakels, tijdelijk herstel van straatwerk en terugplaatsing van obstakels, dranghekken, keuren en snoeien van bomen langs de route, reinigen straatkolken en communicatie- en representatiekosten.

Overige verschillen

Diverse kleinere posten hebben een effect op het resultaat van de begroting. Het totaal van de verschillen komt terug in de verschillenanalyse per programma.
Het positieve verschil in 2023 wordt met name veroorzaakt door de vertraging uitvoering GOL. In de voorjaarsnota gingen we nog uit van een mogelijke start in oktober 2021; door het uitblijven van een uitspraak van de Raad van State is inmiddels duidelijk dat de uitvoering in ieder geval tot najaar 2022 is uitgesteld. Dit zorgt ervoor dat de beoogde investeringslasten nog een jaar doorschuiven.

Structurele saldo

Voor het oordeel of de begroting structureel sluitend is, moet het saldo gezuiverd worden van  incidentele lasten en baten. Voor de provinciaal toezichthouder is dit saldo bepalend voor het oordeel over de begroting.
Het structurele saldo meerjarig ziet er als volgt uit (een specificatie van de incidentele posten vindt u in de financiële begroting onder ‘meerjarig overzicht éénmalige baten en lasten’).

Presentatie van het structureel begrotingssaldo (x €1.000)

2022

2023

2024

2025

Saldo baten en lasten

520

285

170

545

Toevoegingen (+) en onttrekkingen (-) aan reserves

1.678

2.412

692

183

Begrotingssaldo na bestemming

2.198

2.697

862

728

Waarvan incidentele lasten en baten       (saldo waarbij - = meer btn dan ln) excl mutaties reserves

-364

-1.178

-194

11

Structureel begrotingssaldo

1.834

1.519

668

739

Structurele kapitaallasten (her)investeringen 50%

-150

-120

-57

-80

Structureel begrotingssaldo def

1.684

1.399

611

659

(+ = voordeel en – = nadeel)                (bedragen x € 1.000)

In de verschillende handreikingen van de toezichthouder is voorgeschreven hoe dit overzicht opgesteld moet worden. De eerste correctie betreft alle mutaties van reserves; door het zuiveren van de reserves blijven de exploitatielasten en baten over. Bij meer toevoegingen aan reserves dan onttrekkingen heeft dit een positief effect op het structurele saldo.
Daarna worden incidentele lasten en baten uit de exploitatie gecorrigeerd. Dit zijn lasten en baten die naar de aard van de uitgaven als incidenteel worden aangemerkt. Zie het ‘meerjarig overzicht éénmalige baten en lasten’ in deze begroting.
De laatste correctie betreft de kapitaallasten van nieuwe of herinvesteringen die in de begroting zijn opgenomen. De notitie van de Commissie BBV geeft meerdere mogelijkheden voor het moment van starten met afschrijven. Hieronder vallen ook mogelijkheden waardoor er geen kapitaallasten in de exploitatie worden geraamd in het jaar van investeren. Dit is bijvoorbeeld het geval als wordt gestart met afschrijven vanaf het boekjaar volgend op het jaar waarin het kapitaalgoed gereed komt/verworven wordt. Ook wij passen deze systematiek toe. De toezichthouder beveelt in dat geval aan om (ten minste) 50% van de kapitaallasten van nieuwe (her)investeringen extracomptabel te betrekken bij de presentatie van de structurele begrotingssaldi.

 
Reserve

De verwachte stand van de algemene reserve per 1-1-2022 bedraagt € 23,8 mln.
Het meerjarig verloop vertoont op grond van de nu opgestelde meerjarenbegroting het volgende  beeld.

Ten opzichte van de voorjaarsnota is de uitname ter dekking van het GOL een jaar doorgeschoven naar 2023 en is deze verhoogd met € 3,6 mln. op basis van het raadsbesluit van 13 juli jl. waarin voor de uitvoering een aanvullend krediet beschikbaar is gesteld. Verder is voor het fietspad Tuinbouwweg/D. Óultremondweg € 1,6 mln. voorzien om onttrokken te worden in 2022. Daarnaast zijn in 2022 onttrekkingen voorzien voor de digitalisering omgevingsvergunningen streekarchief (conform voorjaarsnota € 124.000) en een bedrag voor frictiekosten Voorste Venne (€ 50.000).

De algemene reserve wordt gevoed door winstnemingen uit bouwgrondexploitaties en de verkoop van gemeentelijke eigendommen.

Deze pagina is gebouwd op 09/23/2021 08:14:32 met de export van 09/23/2021 08:01:41