Programma Sociaal domein
| Rekening 2020 | Begroting incl. wijzigingen 2021 | Begroting 2022 | Verschil |
---|---|---|---|---|
Financiën (* 1.000) | ||||
Lasten | 52.752 | 47.244 | 44.382 | |
Baten | 18.451 | 11.419 | 9.465 | |
Saldo | -34.301 | -35.826 | -34.917 | 909 |
Mutaties reserves | ||||
Stortingen in reserves | 340 | 0 | 0 | |
Onttrekkingen uit reserves | 2.925 | 911 | 15 | |
Per saldo mutaties reserves | 2.585 | 911 | 15 | |
Saldo inclusief mutaties reserves | -31.716 | -34.915 | -34.902 |
Toelichting begroting 2022 ten opzichte van begroting 2021 na wijziging:
Voornaamste verschillen:
Aan dit programma worden in 2022 minder interne kosten toegerekend. | 213.000 |
---|---|
De kosten voor hulp bij het huishouden (HBH) blijven stijgen. Voor een deel is dit het gevolg van een nog steeds merkbare stijging van het aantal cliënten als gevolg van de invoering van het abonnementstarief. Daarnaast is rekening gehouden met een verwachte indexering van het tarief.Ten opzichte van de verwachte ontwikkeling 2021 is rekening gehouden met 1% voor een toename van het aantal cliënten (groei) en een loon/prijsstijging van ongeveer 1,6%. | -300.000 |
De verwachting is dat kosten voor begeleiding (Zorg in Natura, ZIN) ten opzichte van de begroting 2021 licht stijgen. De verwachte jaarlijkse indexering van tarieven en de lichte groei van het aantal cliënten lijkt nagenoeg binnen de voor begeleiding beschikbare middelen opgevangen te kunnen worden. Voor ZIN worden de kosten € 103.000 hoger begroot. De kosten voor PGB begeleiding nemen naar verwachting met € 50.000 af. Onder begeleiding valt ook het maatwerk Wmo en de 'out-of-the-box' oplossingen (inzet vanuit Wmo voor oplossingen die wel bijdragen aan de oplossing, maar feitelijk geen ondersteuning zijn). De kosten voor maatwerk Wmo nemen naar verwachting met € 33.000 af. | -20.000 |
Voor de begroting van de kosten jeugdhulp 2022 is op onderdelen afgeweken van de regionaal opgestelde begroting Jeugdhulp. Dit omdat de regionale begroting uitging van de 3e prognose 2020 en het daadwerkelijk resultaat over 2020 een forse afwijking in positieve zin liet zien. Er is gekozen om op basis van realisatie 2020 en aannames voor ontwikkeling 2021 en 2022 een begroting op te stellen. Het verschil zit met name in de aannames voor de jaarlijkse prijsstijging en de verwachte groei. Daarnaast is voor 2022 rekening gehouden met een financieel effect van € 216.000 als gevolg van een wijziging in het woonplaatsbeginsel. Hiervoor worden we gecompenseerd middels een bijstelling van de algemene uitkering. | -255.000 |
In 2021 is incidenteel een budgetoverheveling vanuit 2020 beschikbaar voor eenzaamheid. Hierdoor ontstaat in 2022 een voordeel ten opzichte van 2021. | 71.000 |
De kosten voor het gebruik van de regiotaxi zijn behoorlijk afgenomen als gevolg van corona. De verwachting is dat de kosten in 2022 nog niet op oude kostenniveau zitten. | 35.000 |
De subsidies voor Sociaal Cultureel werk zijn in 2022 lager dan in 2021. | 503.000 |
Bij de septembercirculaire gemeentefonds 2020 is een bedrag beschikbaar gesteld voor de aanpak van dak- en thuisloosheid. Het hiervoor ontvangen bedrag is in 2021 incidenteel beschikbaar voor dak- en thuislozen. | 50.000 |
In 2021 in een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld voor onderzoek naar de toegang jeugdzorg. Hierdoor ontstaat een voordeel ten opzichte van 2021. | 150.000 |
De kosten voor armoedebeleid (inclusief bijzondere bijstand en kwijtscheldingen) zijn in lijn met de eerste bestuursrapportage naar boven bijgesteld (€ 300.000). In 2021 kon nog een deel van de overschrijding opgevangen worden binnen de armoedebudgetten (€ 50.000); voor 2022 is de verwachting dat dit niet meer kan. Derhalve een nadeel van € 50.000. De kosten voor kwijtscheldingen zijn op basis van de realisatie 2021 bijgesteld met € 40.000. | -90.000 |
De bijdrage aan Baanbrekers is voor het jaar 2022 lager vastgesteld dan de bijdrage 2021. | 464.000 |
De middelen die de gemeente ontvangt voor uitvoering van Participatie worden een op een doorgesluisd naar Baanbrekers. Over de jaren heen verschillen de bedragen. Voor 2022 wordt minder ontvangen dan over 2021. Op dit programma worden de lasten verantwoord en de rijksbijdrage wordt verantwoord bij de Algemene Dekkingsmiddelen als onderdeel van de algemene uitkering gemeentefonds. | 140.000 |
Kosten voor de GGD zijn op basis van de voor 2022 vastgestelde begroting hoger. | -15.000 |
Overige verschillen | -37.000 |
Saldo verschil | 909.000 |
Toelichting op hoofdlijnen begroting 2022 ten opzichte van jaarrekening 2020:
Specificatie verschil:
Saldo begroting 2022 | -34.917 |
---|---|
Saldo jaarrekening 2020 | -34.301 |
Nadelig verschil | -616 |
Voornaamste verschillen:
Aan dit programma zijn voor 2022 minder interne kosten toegerekend. | 97.000 |
---|---|
De kosten voor hulp bij het huishouden zijn hoger als gevolg van tariefsverhogingen en een toename van het aantal cliënten dat een beroep op de voorziening doet. | -240.000 |
De kosten voor begeleiding zijn niet elk jaar gelijk. Dit is voor een deel ook het gevolg van tariefsverhogingen en anderzijds ook het gevolg de ontwikkeling van het aantal cliënten en de ontwikkeling van de kosten voor maatwerk Wmo. Voor 2022 worden de kosten lager ingeschat dan de werkelijke kosten over 2020. We zien momenteel een iets hogere uitstroom dan instroom van het aantal cliënten. | 248.000 |
De kosten van de Jeugdzorg nemen nog toe. Enerzijds is dit het gevolg van tariefstijgingen waardoor de zorg duurder wordt. We zien de aantallen jeugdigen in zorg nog stijgen. De kosten voor de inzet van maatwerk ten behoeve van jongeren lijkt iets af te nemen. Daarnaast is voor 2022 rekening gehouden met een financieel effect van € 216.000 als gevolg van een wijziging in het woonplaatsbeginsel. Hiervoor worden we gecompenseerd middels een bijstelling van de algemene uitkering. | -350.000 |
In 2020 is het beschikbare budget voor innovatie niet benut. | -43.000 |
Op basis van het huidige aantal in gebruik zijnde hulpmiddelen zoals rolstoelen verwachten we h0ogere kosten (€ 147.000) daar tegenover staat dat we minder kosten verwachten voor het gebruik van de regio taxi. | -107.000 |
In de begroting 2022 is de bijdrage aan Baanbrekers conform de vastgestelde begroting opgenomen. Tevens is rekening gehouden met de afgesproken te ontvangen compensatie van Loon Zand. Doordat de jaarrekening 2020 van Baanbrekers sloot met een voordelig resultaat is op basis van besluitvorming een bedrag terugbetaald aan de gemeenten waardoor een lagere jaarlast is opgenomen. Ten opzichte van 2020 ontstaat nu een nadeel. | -428.000 |
In 2020 is een incidentele bijdrage voor project jeugdwerkeloosheid betaald. | 57.000 |
De kosten voor armoedebeleid (inclusief bijzondere bijstand en kwijtscheldingen) zijn in lijn met de eerste bestuursrapportage 2021 naar boven bijgesteld (€ 300.000) | -300.000 |
De middelen die de gemeente ontvangt voor uitvoering van Participatie worden een op een doorgesluisd naar Baanbrekers. Over de jaren heen verschillen de bedragen. Voor 2022 wordt minder ontvangen dan over 2020 en dus ook minder doorgesluisd. Op dit programma worden de lasten verantwoord zodat hier een voordeel ontstaat. De rijksbijdrage wordt verantwoord bij de Algemene Dekkingsmiddelen. | 476.000 |
Kosten voor de GGD zijn op basis van de voor 2022 vastgestelde begroting hoger dan de kosten voor 2020. Dit komt met name door de kosten van de Wijkggd’er (€ 123.000). Daarnaast zijn er nog effecten voor de Rijksvaccinatie | -147.000 |
Voor de nieuwe wet inburgering zijn in 2022 bij de meicirculaire 2021 meer middelen beschikbaar dan de werkelijke kosten 2020. | -86.000 |
De kosten voor schuldhulpverleningen en armoedebestrijding zijn lager geraamd. | 243.000 |
Overige verschillen | -36.000 |
Saldo verschil | -616.000 |